maandag 23 juni 2008

brandnetel


Ik zelf ben erg allergisch voor. Bij wijze van spreken ik hoef er alleen maar naar te kijken en ik heb brandblaren.Een goede remedie ertegen is zoek een dovenetel en wrijf die over de blaren en de jeuk verdwijnt. Toch is de brandnetel een nuttig (on)kruid.Zowel in de keuken als in natuurgeneeskunde

Algemene beschrijving
De plant heeft uitsluitend stamper- of meeldraadbloemen (dioica = tweehuizig). De bloeit van juni tot oktober met in trossen hangende bloemen. De grote brandnetel heeft een vierkante, borstelige stengel, die 2 meter hoog kan worden. De plant is algemeen voorkomend en is te vinden naast wegen, bosranden en verwaarloosde tuinen. De plant gedijt vrijwel overal maar heeft een voorkeur voor een goed bemeste bodem zoals bij composthopen of aan de rand van een akker. Brandnetel heeft groene, sterk zaagvormig bladeren met een donzige onderkant.
Het belangrijkste kenmerk van de brandnetel is dat hij bedekt is met brandharen. Dit zijn fijne holle haartjes, die een brandend gevoel geven wanneer de breekbare punt afbreekt. De haren bevatten mierenzuur en andere stoffen die blaren, branderige plekken en jeuk op de huid veroorzaken.Geschiedenis
De naam Urtica dioica komt van het Latijnse uro of "ik brand", wat verwijst naar het prikkende karakter van de plant, en dioica of 2 huizen, wat verwijst naar de scheiding van de mannelijke en vrouwelijke planten. De Nederlandse naam is afkomstig uit het Angelsaksisch en afgeleid van het woord noedl of naald. Romeinse soldaten zouden de soort Urtica pilulifera mee naar het noorden hebben genomen. De Engelse benaming voor deze soort is ook is Roman nettle. Ze gebruikten het tegen de kou. Hiervoor stampten ze de plant fijn in olie en wreven zich ermee in. De plant komt nog altijd voor bij Romeinse ruines in Noord-Europa. De plant werd voor veel doeleinden gebruikt, zo gebruikte men de stugge vezels om stoffen van te weven. Dit werd door Hans Christian Andersen vereeuwigd in het sprookje van de prinses en de 11 zwanen: de mantels die zij voor hen moesten maken voor zonsopgang maakte ze van brandnetels. De plant werd ook gebruikt bij de productie van papier. In 1835 ontdekte de kruidkundige Vogel, na een bezoek aan de indianen, dat brandnetel zijn patiënten genas van scheurbuik.

Medicinaal gebruik.
Als geneesmiddel wordt het kruid en de wortel gebruikt.

Werking en karakter.
Bloedzuiverend, bloedstelpend, zwak vochtafdrijver, anti-allergisch, voedzaam.

Indicaties.
- Huidaandoeningen, zoals eczeem
- Allergische aandoeningen, zoals hooikoorts en astma.
- In de menstruatie om zware bloedingen te verlichten.
- Bij een vergrote prostaat (gebruik hierbij de wortel).

Toepassing.
Drink van een thee 2 maal daags 2 deciliter en van het wortelafkooksel dagelijks 2 dl. Neem van de tinctuur 3 maal daags 3 ml (60 druppels) in. Verwerk de jonge toppen van de bladeren in een soep. Gebruik de soep als dagelijks tonicum.

De werking in het lichaam.
Hoewel de brandnetel bekend staat om zijn prikkende werking, heeft hij dit effect niet als hij is blootgesteld aan warmte, door koken of bij bereiding tot thee. Ironisch genoeg wordt hij gebruikt bij huidaandoeningen, zoals eczeem en aanverwante allergieën. Brandnetel heeft ook samentrekkende en bloedstelpende eigenschappen en kan daarom toegepast worden bij ernstige bloedingen van wonden of bij de menstruatie. De aanwezigheid van vitamine C en ijzer maken het kruid zeer geschikt als tonicum bij anemie en bij een ijzertekort. De wortel wordt wel gebruikt om een vergrote prostaat te behandelen. Brandnetelsap en thee zijn nuttige dranken wanneer u zwanger bent of borstvoeding geeft. Het sap en de thee zijn heilzaam bij jicht en gewrichtsontstekingen.

Uitwendig gebruik.
  • Wrijf bij stijve gewrichten de pijnlijke plaats in met verse brandnetelbladeren.
  • Snuif bij een bloedneus vers brandnetelsap op.
  • Maak een kompres tegen verbrandingen.
  • Het olie-extract is heilzaam bij ontstoken psoriasis.
  • Gebruik de thee of tinctuur als spoeling bij haaruitval en een droge hoofdhuid.

Ander gebruik
Veel insecten voeden zich met brandnetel zoals vlinders en bijen. De vezel kan tot stof worden geweven. De bladeren geven een groene kleurstof en de wortels een gele.
De kleine brandnetel (urtica urens) wordt in de homeopathie gebruikt bij netelroos. De jonge bovenste bladeren kunnen het hele jaar gekookt worden gegeten als spinazie of als soep. Gekookte brandnetels steken niet.

Geen opmerkingen: