zondag 5 oktober 2008

Vliegzalf 4 Doornappel

De doornappel (Datura stramonium) is een plant uit de nachtschadefamilie (Solanaceae). Het is een zeer giftige plant die hallucinogene alkaloïden bevat. De bladeren zijn onregelmatig van vorm met brede tanden. De trechtervormige bloemen zijn lang evenals de kelk die vijfkantig is. De doosvrucht is eivormig en getand.
De plant komt vrij algemeen voor op mesthopen in tuinen en bouwland, vooral op kalkrijke bodem, in Europa meestal wat zuidelijker dan Nederland. Cultivar]s worden wel geregeld in tuinen gekweekt. De eenjarige plant is erg vorstgevoelig.
Bestanddelen en toepassingen
De voornaamste alkaloïden zijn hyoscyamine en scopolamine, stoffen die verwant zijn aan atropine uit de wolfskers (Atropa belladonna). Gaschromatografische analyse gecombineerd met massaspectrografie (GC-MS) heeft echter een cocktail van wel zo'n 29 verwante alkaloïden aangetoond in planten van Bulgaarse herkomst.
Door Indianen werd de plant wel gebruikt om hallucinaties op te wekken. Dit is niet ongevaarlijk en bij overdosering kan de afloop fataal zijn.
Zelfs nu wordt de doornappel nog gebruikt door recreatief drugsgebruikers. Dit is bijna altijd een bad trip. Er wordt namelijk vaak overgedoseerd en de grens tussen effect en overdosering is klein.
Bijzonderheden
Een oude mythe vertelt het verhaal van de prachtige doornappelboom in het paradijs. Toen de slang Eva had verleid tot het eten van de verboden vrucht, sprak God een vloek over hem uit. De slang kronkelde om de toen nog prachtige doornappelboom en verontreinigde deze. Hierdoor werd de doornappelboom steeds kleiner, totdat het een kleine plant was geworden. De appels draagt hij nog steeds. De stekels verbeelden de tanden van de slang waaraan hij zijn lot heeft te danken.
De plant wordt ook gebruikt door heksen in hun zalven . Volgens overleveringen is de doornappel een onderdeel van de beroemde heksenvliegzalf. Door hedendaagse heksen wordt de plant niet meer gebruikt voor medische of magische toepassingen, omdat een verkeerde dosering dodelijk kan zijn.
Doornappel wordt niet alleen toegepast om vijanden uit te schakelen of slachtoffers buiten bewustzijn te brengen en met hen te doen wat de gifmenger wil; Indianenvolken als de Huichols, Tarahumara's (bekend van Antonin Arnauds relaas in "De Peyotedans") en de Zuni's gebruiken doornappel -in de Verenigde Staten bekend als Jimsonweed- bij bepaalde initiatierituelen. Deze zijn gericht op de dood van het oude ego, bijvoorbeeld bij de overgang van kind naar volwassenheid, en vinden plaats onder leiding van ervaren gidsen of shamanen. Zulke initiaties zijn bepaald geen lolletje en spelen zich vaak af op de rand van de dood. Bij de overgang van kind naar volwassene vindt een totale hersenspoeling plaats, waarbij de puber vergeet wie hij of zij voordien was. Zelfs de naam, de taal, de familie worden uitgewist in het geheugen en de puber moet helemaal opnieuw de dingen leren die voor een volwassene belangrijk zijn.
Een duizenden jaren lange ervaring heeft de shamanen geleerd hoe ze met deze planten moeten omgaan, maar toch vallen zelfs daar slachtoffers. Indiaanse deskundigen waarschuwen dan ook dat de doornappel onvoorspelbaar is en niet als experiment gebruikt worden.

Geen opmerkingen: