woensdag 14 januari 2009

Koolraap

Koolraap (Brassica napobrassica, synoniem: Brassica napus var. napobrassica) is een plant uit de kruisbloemenfamilie (Brassicaceae). Een koolraap is een wortel van deze plant; ook het jonge blad wordt gegeten onder de naam 'snijmoes' of 'snijkool'. Koolraap werd vroeger zowel voor veevoer als voor consumptie verbouwd in het Friese kleigebied, de Bommelerwaard, Gelderland, Noord-Limburg en Noord-Brabant. Tegenwoordig wordt het weinig meer gegeten en is het een van de zogenaamde vergeten groenten.
De koolraap is waarschijnlijk ontstaan als kruising tussen kool (Brassica oleracea) en knolraap (Brassica rapa), en wordt vaak met deze laatste verward. Dit komt niet alleen doordat de koolraap vaak knolraap genoemd wordt (ook Van Dale erkent dit woordgebruik), maar ook doordat sommige rassen meiraap erg op koolraap lijken.
Typische verschillen:
de koolraap haalt gemakkelijk een kilo, terwijl de meeste meirapen veel kleiner zijn (maar sommige niet)
de als groente verkochte koolraap is oranjegeel van binnen, de meeste meirapen zijn wit (maar er bestaan ook witte koolrapen en oranjegele meirapen)
de knol van de koolraap vormt zich bovenin de penwortel, en is daarmee een wortelknol, terwijl bij de meiraap ook de aansluitende stengelbasis verdikt is
de koolraap kan goed tegen kou en warmte en is een typische wintergroente, wat voor de meiraap niet geldt, zoals de naam al zegt.
Minder lijkt de koolraap op de koolrabi (Brassica oleracea var. gongylodes), wat een klein soort kool is.
Teelt
Koolraap wordt zowel ter plaatse gezaaid als uitgeplant en kan op alle grondsoorten worden geteeld, maar het beste op lichte kleigrond. Koolrapen worden in de regel begin juni ter plaatse gezaaid, omdat vroeger zaaien houtige knollen geeft. De zaai- en plantafstand is 50 x 40 cm. Voor uitplanten wordt eind mei/begin juni buiten op zaaibed gezaaid en 6 tot 8 weken later uitgeplant. Te diep planten geeft een minder mooie knolvorm. In oktober/november worden de 1,5 kg zware knollen geoogst. De knollen kunnen bij 1°C tot zes maanden bewaard worden. De knollen worden geschild en in frieten gesneden gegeten.
Koolrapen hebben veel borium nodig. Boriumgebrek uit zich door glazige vlekken, een ruw, kurkachtig knoloppervlak en holle koppen. Te veel stikstof geeft een minder goede smaak. De kunstmeststof Chilisalpeter bevat ook borium.
Rassen
Er zijn geelvlezige en witvlezige rassen, waarbij de witvlezige alleen door de verwerkende industrie werden gebruikt.
Geelvlezige
'Friese gele selectie Runia' werd in het Noorden van Nederland veel geteeld, omdat dit ras een mooie, ronde vorm heeft met weinig halsvorming en weinig gevoelig is voor barsten, inwendig bruin en holle koppen. Daarnaast zijn er rassen met verschillend gekleurde kop zoals 'Hollandse roodkop', de 'Friese Paarskop' en de 'Gele Groenkop'.
Witvlezige
'Heerma's Witte en 'Hoffman's Witte' zijn witvlezige, hoog opbrengende rassen.
Koolzaad
Taxonomisch is de koolraap een variant van het koolzaad (Brassica napus), dat echter helemaal geen knollen vormt, en niet als groente wordt geteeld maar voor de olie.
Inhoudsstoffen
De voedingswaarde van 100 gram verse koolraap is:
Energetische waarde
109 kJ

Koolhydraten 5 gram

Eiwit 1 gram

Vet 0,2 gram

Vitamine C 35 mg

Vitamine B1 0,03 mg

Vitamine B2 0,03 mg

Calcium 40 mg

IJzer 0,5 mg

Geen opmerkingen: