woensdag 24 september 2008

Vliegzalf 2 Bilzenkruid

Het Bilzekruid (Hyoscyamus niger) is een één- of tweejarige, 0,3-0,6 m hoge plant uit de nachtschadefamilie (Solanaceae).
Aan de kleverige stengel zijn de onderste bladen stengelomvattend en de bovenste gesteeld. De wortel is spoelvormig. De bladeren zijn langwerpig en grof golvend getand. De onderste bladeren zijn stengelomvattend, de bovenste bladeren smal en gesteld.
De trechtervormige bloem is vuilgeel van kleur en violet geaderd. De bloemen staan in de bladoksels. De vrucht is een circa 1,5 cm lange, klokvormige doosvrucht, die bij rijpheid worden openspringt. Deze wordt door de kelkbladen omvat. Het zaad is grijsbruin en tot 1 x 1,3 mm groot.
Gebruik
De gehele plant is zeer giftig. De belangrijkste gifstoffen zijn de zogenaamde tropane alkaloïden scopolamine, hyoscyamine, atropine. De verschijnselen zijn een opgezwollen buik en hevige krampen. Hierop volgt eerst verlamming en ten slotte de dood.
In de volksgeneeskunde werd de narcotisch en hallucinaties opwekkende gifplant als kramp oplossend middel en bij astma ingezet. De bladeren, en ook de gemakkelijker doseerbare zaden, werden voor hun roesopwekkend effect gerookt. Het gebruik is nu verouderd, omdat het gehalte aan giftige stoffen sterk varieert en gemakkelijk tot vergiftiging kan leiden. De oude volksnamen dolkruid en mallewillempjeskruid wijzen ook op de giftigheid van de plant.
Volgens een oude overlevering is het bilzekruid een onderdeel van de beroemde heksenvliegzalf. Door hedendaagse heksen wordt de plant niet meer gebruikt voor medische of magische toepassingen, omdat een verkeerde dosering dodelijk kan zijn.
Tot in de 17e eeuw werd ook bier met het zaad van bilzekruid versterkt.
Een oud verhaal vertelt ons dat Bilzekruid ook wel gebruikt werd om na een lange droge periode regen af te dwingen..Om dit af te dwingen werd een Bilzekruidstengel in een bron gedoopt en de geblakerde aarde met dit vocht gedoopt

Geen opmerkingen: