dinsdag 5 mei 2009

Groente van de maand: Rabarber


Rabarber (Rheum rhabarbarum) is een plant uit de duizendknoopfamilie. De plant wordt gekweekt vanwege zijn eetbare delen.

Rabarber staat al meer dan 5000 jaar bij de mens in de belangstelling, in het begin echter alleen als geneesmiddel. De Chinezen hebben dit gewas, uit de Aziatische steppen, als eerste in cultuur gebracht. Uit de wortel werd en wordt nog steeds een sterk purgeermiddel gewonnen. Omstreeks 1600 ontdekte John Gerard, hofbotanicus van de Engelse koning Charles I, dat de stelen gegeten kunnen worden. Het duurde echter tot ver in de achttiende eeuw, voordat rabarber als groente een grotere bekendheid kreeg. In Nederland vindt de teelt vanaf ongeveer 1900 plaats.

Rabarber is voornamelijk in de zomer op de markt, maar ook kan rabarber al vanaf november gekocht worden. Dit is mogelijk doordat de rabarberpollen geforceerd kunnen worden. Bij de buitenteelt is het belangrijk om na de langste dag geen stelen meer te oogsten, opdat de plant voldoende reservestoffen voor het volgend jaar kan vormen.

Voor de forceerteelt worden één tot drie jaar oude pollen in de winter in donker gemaakte schuren of kassen opgezet. Alvorens de pollen kunnen worden geforceerd, moeten zij voldoende koude hebben gehad om de knoprust te doorbreken. Dit kan via natuurlijke of kunstmatige (in koelcellen) weg worden verkregen. Vroege rassen hebben minder koude nodig dan late rassen.

Voor de vroege teelt worden de pollen buiten afgedekt met plastic folie.

De plant heeft dikke bladstelen en grote bladeren. Er zijn rassen met rode stelen en met groene stelen. Voor de verse markt worden alleen rassen met rode stelen geteeld, waarvan Frambozen Rood de meest donkerrood gekleurde stelen heeft. Voor de conservenindustrie wordt het ras Goliath geteeld dat groene stelen heeft, omdat de industrie geen gekleurde moes wil produceren.

Bereiding
Alleen de bladstelen worden gegeten. Deze worden in stukken van 2 cm gesneden en met weinig water gekookt. Als de stukken geheel in vezels uit elkaar vallen is de rabarber klaar. Rabarber kan warm of koud worden gegeten. In beide gevallen is het een bijgerecht dan wel een dessert. Rabarber is ook goed te gebruiken in gebaksoorten zoals vlaai.

Vanwege de uitermate zure smaak door het aanwezige oxaalzuur moet er veel suiker aan de groente worden toegevoegd. De stelen hoeven niet geschild te worden. Als dit toch gebeurt wordt de gekookte rabarber groen, anders krijgt de gekookte rabarber een rode kleur. Sommige mensen voegen ter neutralisatie van het oxaalzuur wat kalk aan de rabarber toe, waardoor het een zachtere smaak krijgt; volgens anderen gaat dit juist ten koste van de smaak. Oxaalzuur is een stof die kalk bindt waardoor het de opname belemmert, in grote hoeveelheden is het zelfs giftig maar dan moet men wel heel veel (zo'n 10 kilo) eten.

Bloem en vrucht
De trosvormig vertakte bloeiwijze wordt meestal weggehaald, omdat het om de eetbare bladstelen gaat en de bloei ten koste gaat van de bladvorming. De bloeiwijze komt voornamelijk bij het ras 'Goliath' voor.
Rabarber heeft vruchtjes die zijn omsloten door een blijvend bloemdek. De vrucht is een nootje.

Groei
De wortel van een rabarberplant bestaat uit een grote stronk onder de grond, bestaande uit wortelstokken. Aan die stronk zitten uitlopers die zich vertakken zoals gewone wortels. Door die stronk kan een rabarber in het voorjaar met flinke snelheid stelen en bladeren laten groeien.